donderdag 30 mei 2013

Opdracht romantiek

Literaire opdracht: Een vergelijking tussen het boek Max Havelaar en de verfilming hiervan.

Belangrijk is natuurlijk de betrouwbaarheid van de verfilming, als het boek niet correct wordt weergegeven verliest het een groot deel van zijn literaire waarde. De kern van het verhaal, de boodschap die deze overbrengt blijft hetzelfde; de slechte behandeling van de inlanders van Indië is vreselijk en moet afgelopen zijn. In de chronologische volgorde zit een belangrijk verschil, het verhaal van Saïdja en Radinda komt in het boek pas halverwege ter sprake, maar in de film wordt hiermee begonnen. Zo kom je sneller in het verhaal en worden de verschrikkingen snel duidelijk. Dit is een behoorlijk verschil, maar ik vind niet dat hierdoor de betrouwbaarheid wordt aantast, omdat de inhoud gelijk blijft. Een ander verschil met het boek is dat er in de film veel minder aandacht wordt besteed aan droogstoppel, ook andere mensen vertellen het verhaal en hij heeft over het algemeen een wat meer ondergeschikte  rol. Deze verandering vindt ik niet per se jammer, want het is een van de factoren waarom ik de film leuker vond om te kijken, maar ik vindt dat de film het boek wel minder correct weergeeft en dat de betrouwbaarheid van de film hierdoor minder wordt.

In het boek wordt duidelijk dat Max Havelaar een romantisch personage is. Hij heeft last van Weltschmerz, verdriet om de wereld om zich heen en hij is erg betrokken bij de samenleving, waardoor ik hem ook vrij gevoelig vindt. Het is een man met idealen die graag iets wil betekenen voor de wereld. Ik vindt dat deze factoren in de film ook goed naar voren komen. De betrokkenheid en het verdriet zijn duidelijk en ook zijn idealen worden meerdere malen genoemd.

Er is een duidelijk verschil tussen de rol van Droogstoppel in het boek, en zijn rol in de film zoals ik eerder al aangaf. In het boek is Droogstoppel vrij gemeen; hij is niet tevreden met mensen, Max Havelaar noemt hij Sjaalman omdat hij hem niet verzorgd genoeg vindt en hij is ook ontevreden over de schrijfstijl van Stern.Verder is hij een stroeve man, iemand van principes die overal een verklaring of reden voor heeft, bijna alsof het excuses zijn om zo te mogen handelen. In de film is Droogstoppel veel verder op de achtergrond en bovendien wordt hij meer als achterdochtig neergezet dan als gemeen.

De film is erg geëngageerd, hij betrekt het publiek erg bij het verhaal en het is zeker de bedoeling dat mensen meeleven. Ik voelde me na het kijken van de film erg betrokken bij deze geschiedenis. De beelden zijn sprekender dan het boek situaties soms weergeven. Op dit punt vindt ik de film beter dan het boek omdat het boek wat afstandelijker geschreven is en ook minder makkelijk leest.

Over het algemeen vindt ik het boek en de film beide goed. De essentie is grotendeels hetzelfde. De film heeft het verhaal goed weergegeven, ook vanuit literair oogpunt. Je kunt je veel beter inleven in het verhaal en het is gemakkelijker te volgen. Het boek is moeilijker, enigszins langdradig en vervelend te lezen, maar literair wel iets beter vindt ik. Het personage Droogstoppel komt in het boek beter tot zijn recht, wat ik goed vindt, alhoewel ik met het personage zelf niet zoveel heb.



donderdag 16 mei 2013

opdracht verlichting


Filosofen in de verlichting

In de verlichting lag de focus van de meeste filosofen op de natuur en wetmatigheden. Ik bespreek eerst enkele belangrijke filosofen uit die tijd en hun idealen, vervolgens vergelijk in ze met de ideologie van vandaag.
Descartes
Descartes’ belangrijkste, en eerste duidelijke stelling is cogito ergo sum. Verder is hij de grondlegger van het rationalisme en een belangrijk figuur in de wetenschappelijke revolutie. Descartes schreef ook een godsbewijs. Vooral het rationele en wetenschappelijke aspect aan zijn werk geeft aan hoe goed hij in de verlichting past.
Spinoza
Deze filosoof schreef een praktisch boek over zijn filosofie, dat mensen middels logica zou leren hoe ze verlicht konden worden van het lijden. Verder zegt hij dat god niet buiten de schepping staat, maar dat alles wat er is een verschijning is van god. Spinoza probeert de zaken objectief te benaderen en beargumenteerd alles rustig en kalm.
Hume
Hume toont aan dat er geen noodzaak licht in oorzaak en gevolg, maar dat dit slechts een verwachtingspatroon is. Hij is erg sceptisch tegenover de wetenschap en het inductieprobleem wordt door hem duidelijk aan de kaak gesteld. Hume had geen gebruikelijke ideeën in de verlichting, en vooral omdat hij ook sceptisch was tegenover god kreeg hij veel kritiek.
Kant
Sapre Aude! (Durf je verstand te gebruiken) Kant wil mensen graag van hun onmondigheid bevrijden, hij wil dat men zich niet laat wijsmaken wat hij moet vinden, maar zelf nadenkt. Verder vindt hij dat mensen zelf schuldig zijn aan hun onmondigheid, omdat ze vaak het verstand wel hebben, maar niet gebruiken. Kant wil, door de opheffing van de onmondigheid, vrijheid creëren. Een bekende uitspraak van hem is: In de beperking toont zich de meester, alleen de regel kan ons vrijheid geven. Dit houdt in dat hij graag wil dat de mens autonoom is, en dus ook in staat is beslissingen te nemen zonder invloeden van buitenaf. Kant zegt verder dat je niet anders kan dan leven onder de idee van vrijheid, je bent dus zelf verantwoordelijk voor je daden.
De idealen van vandaag zijn niet erg sterk, en er hangt een beetje een pessimistische waas overheen, omdat er weinig mensen zijn die geloven dat het echt mogelijk is een verschil te maken. De wetenschap wordt in veel gevallen geloofd en gebruikt. Mensen mogen gerust hun mening geven over verschillende kwesties, dus ze zijn in principe mondig. Het atheïsme is sterk in opkomst geweest en mensen zijn het dus meer eens met Hume dan met Descartes op dit punt, ook zit het godsbewijs van Descartes vrij goed in elkaar. De focus op de natuur blijkt vooral uit de belangstelling voor natuurwetenschappen, en de focus op wetmatigheden lijkt misschien minder tot uiting te komen, maar alle filosofen die in genoemd heb, hebben geprobeerd een wetmatigheid op te stellen. Op sommigen wordt nog vertrouwd, zoals de uitspraak ‘Ik denk dus ik ben’, maar anderen zijn verworpen, zoals het godsbewijs van Descartes.